Ouwe jongens krentenbrood
Het moet eind jaren 80 geweest zijn, een aardig tijdje terug, dat Hans van der Ende en Jan Vellekoop voor het eerst zaken deden. Hans teelde gipskruit op zijn tuin aan de Madeweg in Monster en zag wel wat in een scherm. “Hij gaf mij de sleutel, hij ging 14 dagen met vakantie”, vertelt Jan. “Hang het er maar in, zegt ‘ie, je redt je verder wel toch? En of ik niet wilde vergeten de katten eten te geven.”Aldus begon een zakelijke relatie die tot de dag van vandaag standhoudt. Afgelopen jaar nog werd de nieuwe kas door Peter Dekker Installaties (PDI), de zaak waarvan Jan mede-eigenaar is, van een dubbel scherm voorzien. “Het leuke is dat we goed kunnen praten”, waarbij praten eigenlijk ouwehoeren heet. “We hebben het 5% van de tijd over het werk, in de rest van de tijd lossen we de wereldproblemen op.”
Over de rozen
Van der Ende teelt Red Naomi en witte Avalanche op twee naast elkaar gelegen tuinen aan de Waellandweg in Monster. Dit bedrijf zijn vader en zoon in 2008 samen begonnen (in de jaren erna zijn ook zoons Bob en Tim in de zaak gekomen), daarvoor teelde men min of meer onafhankelijk van elkaar op verschillende locaties: Sam in Poeldijk, Hans in Monster. Het is duidelijk dat vader het teler-zijn op zijn zoons heeft overgedragen, maar omgekeerd is het Sam die vader aan de rozen geholpen heeft. In 2000 startte hij zijn eigen rozentuin, een jaar later verruilde Hans zijn gipskruit eveneens voor rozen.
In al die fases en verhuizingen en uitbreidingen werden de banden met Jan weer aangehaald. “Een van de leuke dingen hier bij Van der Ende is dat hij echt een klant van het eerste uur is”, vertelt Jan. “Maar dat is niet alles, met een donker schermdoek in het gipskruit waren we samen echt aan het pionieren, dat had bijna niemand. En in 2008 was Van der Ende wederom een van de eersten met een dubbelscherm in de rozen: een donker doek tegen uitstraling en ook een klimaatdoek om een teveel aan instraling tegen te gaan.”
Geen weglopers
Dat klimaatdoek is weer een verhaal op zich. Gedrieën halen ze het verhaal op alsof het gisteren gebeurd is. “Het geval wil dat we samen wat nieuws bedacht hadden, maar in de praktijk werkte het niet. Of in elk geval niet echt”, vertelt Hans. “Het paste gewoon niet, we hebben er verschillende jaren mee geteeld en in die tijd hebben we van alles geprobeerd”, vult Sam aan. “We hebben zelfs lopen knippen en stukken aan elkaar genaaid, maar nooit helemaal naar tevredenheid.” “Maar we zijn allebei geen weglopers”, besluit Jan. “Uiteindelijk hebben we het er helemaal uitgehaald en er, op onze kosten, een compleet nieuw doek ingehangen. Ruim 10 jaar later, in de nieuwe kas hiernaast, hebben we het hele verhaal nog eens overgedaan, maar dan goed.”
Omdat de rozen net ‘op snee’ waren en men in de gelukkige positie is de lampen naar behoren te kunnen laten branden – het energieverhaal is ingewikkeld en laat ook Van der Ende niet ongemoeid, maar laten we het daar voor de verandering nu eens niet over hebben – werd er een goede Valentijn gedraaid. De kas aan de Madeweg heeft Hans, die op de rozenkwekerij tegenwoordig alleen nog maar ‘stage loopt’, overigens nog altijd. Hierin worden zomerbloemen gekweekt en heeft, je raadt het niet, PDI vorig jaar een nieuw energiedoek gemonteerd.